Na twee Coronajaren was de cross weer terug op de vestingswallen van Hulst. Het lastige parcours met de nodige hoogteverschillen zorgde voor een zware cross. Wereldbekerleidster Van Empel reed samen met Pieterse (leidster in het Wereldbekerklassement bij de Beloften-Vrouwen) ronde-na-ronde verder weg van de concurrentes. Beiden reden zeker niet foutloos, maar ook bij achtervolgsters Van Anrooij en Ceylin del Carmen Alvarado (Alpecin-Deceuninck) liep het niet vlekkeloos.
De beslissing viel -letterlijk- in de voorlaatste ronde. In één van de beruchte schuine afdalingen verloor Van Empel de macht over het stuur en schoof onderuit. Dat gaf Pieterse de mogelijkheid om een gaatje met haar grootste concurrente te slaan. Na het rechtzetten van het stuur en het opleggen van de ketting was het verschil tussen de twee kemphanen onoverbrugbaar en reed Pieterse gecontroleerd naar de zege.
Na haar zege in de Wereldbeker in Overijse mocht Pieterse opnieuw het zegegebaar maken. ,,Ik denk wel dat ik een beetje geluk had met haar valpartij’’, keek Pieterse terug. ,, Ik was heel snel van start gegaan. Ik kreeg meteen een gaatje, maar Fem reed het weer dicht. Net wanneer ze overnam, ging ze tegen de grond. Ik denk dat haar derailleur daar in crashmodus is gegaan en dat haar fiets niet goed meer werkte. Daar heb ik heel wat 'gratis' seconden gekregen. Daarna was het zaak gewoon overal zo rap als mogelijk te rijden. Het was echt een zwaar parcours met al die beklimmingen. Ik voelde dat Fem op die stukken beter was dan ik. Anders was het wellicht een mooie strijd geweest voor de eerste en tweede plaats.’’