In de tijd dat het vrouwenwielrennen in de kinderschoenen stond, telde het Nederlandse vrouwenpeloton uit een maximaal dertig rensters. Toch behoorden de weinige rensters al snel tot de top van de wielerpyramide. Met een eerste regenboogtrui in 1968.
Op de macht naar de titel
Ondanks de gevolgen van een aanrijding op training -een dikke hand en een gehechte pink in het verband- stond de jonge Zeeuwse vol vertrouwen aan het vertrek van de 55,2 kilometer lange/korte koers. Onderweg probeerde de jongste Hage –zus Bella reed ook mee- een paar keer weg te komen, maar de sterke Sovjet-Russische en Italiaanse rensters wisten de boel bij elkaar te houden. Niet het ideale koersverloop voor Hage, aangezien ze lang en hard kon rijden, maar niet over de snelste sprintbenen beschikte. Met een uitgedund peloton van 18 rensters -onder meer zus Bella werd losgereden- werd er op een massasprint aangestuurd. In de sprint met tegenwind leek Hage ingesloten te raken, maar wist ze met rake trappen buitenom te komen. Op wilskracht kwam ze langs haar concurrentes en dolgelukkig wist ze haar wiel als eerste over de streep te drukken. De Sovjet-Russische Bayba Tsaune werd op een fietslengte tweede, voor de Italiaanse Morena Tartagni.
Wens die uitkwam
Een paar dagen eerder had Hage op de wielerbaan in Rome een bronzen medaille op het baanonderdeel Achtervolging behaald. Daarna had ze tijdens een toeristisch tochtje door de Italiaanse hoofdstad een vijftigliremuntje in de Trevi-fontein gegooid en een wens gedaan. ,,Ik durfde het toen niet hardop te zeggen, maar ik wenste dat ik de wereldtitel zou krijgen’’, liet ze na de huldiging optekenen. ,,Toen ik als eerste over de streep kwam, dacht ik: dat kan niet, het is onmogelijk!’’ Maar de omhelzingen van haar ploeggenotes en begeleiding maakten haar snel duidelijk dat het echt waar was: Keetie Hage was wereldkampioen!
Uitputtende koers
Na haar zilveren medaille op de Nürburgring in 1966 -in haar eerste koersjaar(!)- stond ze nu op het hoogste treetje van het ereschavot. Met de regenboogtrui om haar schouders luisterde ze geëmotioneerd naar het volkslied. ,,Lang voor de eindsprint heb ik geprobeerd alleen weg te komen, maar het ging niet. Het was te zwaar. De hele wedstrijd was te moeilijk geweest. Bij de beklimming heb ik soms alles moeten geven om bij te blijven. Echt, ik ben een paar keer op mijn laatste krachten naar boven gekomen. Ik ben bang geweest voor de eindsprint, maar ik dacht: ik kan het altijd proberen, misschien haal ik er nog wel een derde plaats uit. Ik had het idee dat de Russinnen het meest gevaarlijk waren. Ik zette mij aan een van hun achterwielen. Die meid zette al vroeg aan en toen moest ik even in de remmen knijpen, want twee meisjes vóór mij lieten geen gaatje vallen. Toen ging ik maar buitenom. Een paar honderd meter later vielen ze stil en toen ging ik er met een groot verzet overheen.’’
Dankzij de wielersuccessen verlengden Gazelle en Vredestein hun steun aan het Nederlandse vrouwenwielrennen. In 1969 war er een budget van 5.000 gulden (nog geen 2.500 euro) beschikbaar. Wel kreeg Hage een splinternieuwe fiets van Gazelle voor haar wereldtitel.